Doel & Opzet PWS

Waarom doe je eigenlijk een PWS in je laatste jaar? Je gaat later nieuwe kennis en producten voor onze maatschappij ontwikkelen. Daar is (praktijkgericht) onderzoek voor nodig. Je kunt actief samenwerken met een bedrijf, organisatie of museum. Leidse experts hebben speciaal voor jou concrete opdrachten uitgezet. Je kunt die experts ook persoonlijk ontmoeten op de jaarlijkse Leidse PWS Markt.

Samenwerkend onderzoeken en daar verslag van te doen zodat anderen je begrijpen, is een noodzakelijke vaardigheid om later goed je baan te kunnen doen in de maatschappij. Het profielwerkstuk is dus een voorbereiding op je vervolgonderwijs en je toekomstige baan. Begin dus vanuit je eigen interesses en ga na hoe die aansluiten bij een (mogelijke) vervolgopleiding.

Je docent is daarbij je coach. Hij of zij wil ook graag dat jij trots bent straks op jouw eigen onderzoeksresultaat en jouw eindproduct. Vraag om hulp als je niet weet hoe je met deze informatie verder komt.

Begin bij het eind

Vraag jezelf eerst af: wat is mijn onderwerp, wat is het belang ervan voor andere mensen en wat moet mijn onderzoek eigenlijk opleveren? Wat zal mijn eindproduct zijn?

Daarna bepaal je wat een goede weg is om je einddoel te bereiken.

De drie basisvormen van onderzoek:

  1. Theorie onderzoek: maatschappijvakken en talen –> Bij dit onderzoek is het nodig dat je de doelstelling of hoofdvraag onderbouwt met theoretische primaire bronnen, kortom dat je de hoofdvraag uitwerkt met een verzameling specifieke bronnen in een verslag. Welke bronnen van kwaliteit zijn, dat weet je talen of maatschappij docent. Je kunt ook zelf creatief schrijven aan een kort verhaal of roman, of gedichten, waarna je de ontvangst ervan onderzoekt, of hoe literatuur eigenlijk werkt.
  2. Database onderzoek: maatschappijvakken, talen, economie, bedrijfseconomie, aardrijkskunde en wiskunde A –>
    Bij dit type onderzoek maak je gebruik van bestaande databestanden of je verzamelt zelf data met bijvoorbeeld vragenlijsten, enquêtes, interviews. Daarnaast ga je op zoek naar relevante literatuurbronnen voor de onderbouwing van de doelstelling of hoofdvraag. Het verwerken van de data in een verslag gebeurt gestructureerd en sluit aan op de onderzoeksvragen. Er is verschil in de grootte van de onderzoeksgroep: een casestudy (N=1) of een groep van een bepaalde leeftijd.
  3. Proefondervindelijk onderzoek: bètavakken.
    Vooral bij de bètavakken doe je een eigen experiment. Kenmerk daarvan is dat de je zelf keuzes maakt bij de opzet en uitvoering van het onderzoek. Ook is bij dit onderzoek nodig dat je de doelstelling of hoofdvraag onderbouwt met literatuurbronnen. De leerling rapporteert in een gestructureerd verslag antwoorden op de onderzoeksvragen. Je kunt ook een argument hebben waarom iets wel of niet werkt en dat uittesten in een experiment of in theorie. dit noemen ze argument-gestuurd onderzoek.

De basisopzet en uitwerking van deze verschillende vormen van onderzoek blijkt in grote lijnen overeen te komen. Daarom kan het format Doorlopende leerlijn onderzoeken en verslagen maken van voor alle drie vormen van onderzoek worden gebruikt. In de verdere uitwerking en het gebruik van deze leerlijn komen de verschillen naar voren, met dank aan Jelle Nauta en het Aansluitingsnetwerk VO-HO Fryslân.

Voor docenten hebben wij binnen het Leerlab een hele module beschikbaar. Deze Module Online PWS Coach is in Word en online beschikbaar te maken voor leerlingen ter begeleiding van hun Profielwerkstuk. Deze modulen danken wij aan de Radboud Universiteit. Op die website staan alle materialen in pdf-vorm. Onderdelen die zijn uitgewerkt, zijn: procesbegeleiding, het bedenken van een onderwerp, het formuleren van hoofd- en deelvragen, het zoeken en verwerken van bronnen, innerlijke structuur van de tekst, uiterlijke structuur van de tekst, en schrijven in een passende stijl.

Van 1e brainstorm naar eindproduct PWS: onderzoek in een afgebakend onderwerp in 80 uur in de volgende stappen

AOnderwerp = deelgebied vak: Taalkunde, Films, Literatuur
BInzoomen en onderwerp afbakenen: Jongerentaal in Frankrijk
CZo klein mogelijk maken: Het ‘Verlan’ van Franse jongeren van de
laatste 10 jaren
DBeschrijvende, vergelijkende, definiërende, evaluerende,
verklarende, voorspellende, ontwerpende, adviserende, toetsende
hoofdvraag?
E Kwantitatief of Kwalitatief onderzoek?
F Deelvragen en samenhang tussen de deelvragen?
G Bronnen? Samenwerking met maatschappelijke organisatie?
H Innerlijke structuur van tekst?
I Uiterlijke structuur van tekst?
J Schrijven in een passende stijl?

Opzet doorlopende leerlijn
De uitwerking van de Doorlopende leerlijn onderzoeken en verslagen maken is afgeleid van de methode ‘Onderzoek in zes stappen’ van de SLO. De leerlijn is samengevat in een tweetal A4-tjes: onderzoeken en verslagen maken.

Schema verslagen maken
Het schema verslagen maken bevat de volgende vier onderdelen:
• verslagonderdelen,
• structuur verslag,
• taalgebruik en stijl,
• vormgeving.

Een PWS wordt op elke school anders beoordeeld, maar de algemene lijn is:

Proces
Planning: Halen van de deadlines 
Samenwerking: Nakomen van afspraken 
Zelfstandigheid:
Samenwerking met docent
Eigen ideeën die zijn toegevoegd aan de opdracht
 
Vakinhoudelijke vaardigheden
Structuur:
Opbouw van het onderzoek
Inleiding met probleemstelling en onderzoeksvraag
Samenhang tussen hoofd- en deelvragen
Conclusie
Reflecterend vermogen
 
Inhoudelijke kwaliteit en diepgang:
Uitwerking en beantwoording van deelvragen
Praktisch onderzoek (bijvoorbeeld: literatuuronderzoek,experiment, enquête, raadplegen deskundigen)
Kwaliteit van de informatiebronnen (inhoudelijk en diversiteit)
 
Presentatievaardigheden
Schriftelijke vaardigheden:
Taalgebruik
Lay-out
Formele eisen: inhoudsopgave, paginanrs, inleiding, literatuurlijst, logboek, bijlagen)
 
Mondelinge vaardigheden:  
Opbouw presentatie                    
Wijze van presenteren
Publieksgerichtheid
 

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven